Deze zaterdag vertrek ik voor een weekje op vakantie. Met mama en zonder Frans. En we gaan terug naar onze roots, zullen we maar zeggen. Naar Zeeland dus. En daar zal ik dan maar eens wat over vertellen, zeker nu onlangs gebleken is dat onze geliefde Frans ook kwart Zeeuw blijkt te zijn! En een mens moet toch weten waar ie vandaan komt, niet?
Om te beginnen lijkt Zeeland we de Place to Be, want een aantal van mijn collega-filosofen trekken in de Paasvakantie ook die richting uit...
Zeeland is een provincie in zuidwest Nederland. De provincie bestaat uit een aantal schiereilanden die ooit losse eilanden waren. De naam "Zeeland" is hiervan afgeleid. De provincie omvat ook Zeeuws-Vlaanderen, een strook vasteland langs de grens met België.
Ook de Romeinen zaten al in Zeeland, en getuige daarvan zijn de beelden en (overblijfselen van) tempels voor de godin Nehalennia. Nehalennia was een voor-Keltisch-Germaanse beschermgodin van vissers en zeelui, die in de 2e en 3e eeuw na Christus werd vereerd bij de monding van de Schelde en in Keulen. Er waren in die tijd tenminste twee en misschien drie tempels van Nehalennia aanwezig in wat nu Zeeland is. Deze streek was toendertijd een belangrijke schakel in het Romeinse handelsverkeer tussen de Rijnstreek en Engeland.
Het altaar op de foto is gevonden in Colijnsplaat, waar ik volgende week zal zitten.
Ook bekend is Het Verdronken Land van Saeftinge, nu een natuurgebied. Het Verdronken Land van Saeftinge heet niet voor niets zo. In de late middeleeuwen was het een gebied van welvarende polders. De bevolking leefde er vooral van landbouw en 'moerneren', dit is het steken van turf die dienst deed als brandstof of waaruit zout gewonnen werd. Door stormvloeden gingen in de 14e en de 16e eeuw grote stukken land van het ingepolderde land verloren. In de 80-jarige oorlog werden ter verdediging van Antwerpen bovendien opzettelijk dijken doorgestoken, zodat het gebied met recht een gebied van verdronken land genoemd kon worden. Vanaf de 17e eeuw werd veel gebied weer op de zee heroverd. In 1907 vond de laatste inpoldering plaats; daarbij ontstond de Hertogin Hedwigepolder, die grenst aan het zuidoostelijke deel van Saeftinge.
Zeeland heeft dus een erg rijke en boeiende geschiedenis, en als je er meer over wil weten moet je maar even hier klikken.
En dan hebben we hier een typisch Zeeuws Meisje. Heerlijk nostalgische reclamefilmpjes met het Zeeuws Meisje in de hoofdrol vind je hier! (In het land waar het leven goed is, heet de margarine Zeeuws Meisje...) Zo'n kapje is dus een kenmerk van de traditionele Zeeuwse klederdracht.
Ook erg apart is natuurlijk het dialect! Het Zeeuws is een Friso-Frankische streektaal. Samen met het West- en Frans-Vlaams vormt zij een apart cluster zuidwest-Nederlandse dialecten. Jacob van Maerlant onderscheidde al een aantal zelfstandige 'Dietse' (streek-)talen en het Zeeuws is er daar, zo blijkt onder meer uit de proloog van zijn Sinte Fransiscus Leven, één van:
Men moet om de rime te souken
Misselike tonghe in bouken:
Duuts, Diets, Brabants, Vlaemsch, Zeeus;
Walsch, Latijn, Griex ende Hebreeus
Hier een aantal kenmerken van het Zeeuws:
De voornaamste klanken zijn de uu en de ii (geschreven ie) op de meeste plaatsen waar het Nederlands ui en ij heeft. Dit treedt in alle als Zeeuws beschouwde dialecten op. Dientengevolge verschijnt uit er als uut, buiten als buten, zwijgen als zwiege(n) en tijd als tied.
Geheel onregelmatig vervoegd worden de werkwoorden hebben en zijn.
è(n) [hebben]
ik è (ebbe)
jie ei
ie/ze ei(t)
ons, julder, ulder è (ebbe)
weze(n) [zijn]
ik bin(ne)
jie bin(ne)
ie is
ons, julder, ulder bin
Meer uitleg vind je hier en hier vind je de Zeêuwse Taelsite.
Zo, hier zal ik het voor vandaag bij houden. Volgende week komt hier wel een mooi verslagje van ons weekje in Colijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten